De uitdijing van de Randstad in oostelijke richting

Dat jongeren naar de Randstad trekken voor werk, studie en avontuur is bekend. Maar er is ook sprake van een toenemende stroom de andere kant op, onder meer naar Gelderland en Overijssel. Wat zijn dit voor huishoudens en wat voor woningen betrekken ze?

Op naar het oosten

Sinds 2014 wordt er weer meer verhuisd in Nederland dan in de eerste helft van het decennium, toen sprake was van een crisis op de woningmarkt. Verreweg de meeste verhuizingen vinden plaats over korte afstand, binnen de eigen regio of zelfs gemeente. Maar er wordt ook steeds meer verhuisd vanuit de Randstad naar overig Nederland. Kijken we naar het oosten (de provincies Gelderland en Overijssel), dan is duidelijk een stijgende lijn te zien van verhuisde huishoudens vanuit de Randstad. In 2022 ging het om circa 12.200 verhuisbewegingen.

Verhuisde huishoudens tussen de Randstad enerzijds en Overijssel en Gelderland anderzijds

In 2022 was voor het eerst in tien jaar het aantal verhuisden uit de Randstad kleiner dan het voorgaande jaar, althans in absolute zin. Dit is in lijn met de verminderde binnenlandse verhuismobiliteit in het algemeen. Ook binnen gemeenten en regio’s werd minder verhuisd. Op de achtergrond speelt de toegenomen krapte op de woningmarkt en het daarmee gepaard gaande verminderde woningaanbod. In relatieve zin (ten opzichte van het totaal binnen Nederland verhuisden) is de instroom vanuit de Randstad in 2022 gelijk aan het aandeel in 2021, bijna 10%.

Vooral naar aangrenzende regio’s

De invloed van de Randstad is het grootste in de aan de Randstad grenzende regio’s Foodvalley en Rivierenland. In deze beide regio’s is de laatste jaren rond de 17,5% van de verhuisden, inclusief die uit de eigen gemeenten, afkomstig uit de Randstad. Op enige afstand volgend Noord-Veluwe en de Stedendriehoek. De landelijke regio’s (Achterhoek, landelijk Overijssel) zijn bezig aan een inhaalslag. In 2022 zien we een algehele terugval in de verhuisdynamiek, maar juist in de landelijke regio’s nam het relatieve belang van vestigers uit de Randstad verder toe.

Aandeel van de binnen Nederland verhuisden (inclusief binnengemeentelijk), afkomstig uit de Randstad (bron: CBS Microdata, bewerking RIGO)
Aandeel van de in 2020-2022 binnen Nederland verhuisden (inclusief binnengemeentelijk), afkomstig uit de Randstad (huishoudens)

Profiel van de vestigers

De stromen van en naar de Randstad zijn heel verschillend van aard. In de stroom naar de Randstad zijn vooral jongeren en ‘oudere jongeren’ (twintigers) sterk vertegenwoordigd. De achtergrond van deze stroom moeten we vooral zoeken in redenen van studie of werk.

De toegenomen stroom uit de Randstad naar het oosten betreft alle leeftijden, met uitzondering van jongeren tot 23 jaar. Veel meer dan bij de stroom naar de Randstad moeten we de achtergrond hiervan in woonmotieven zoeken. Dat werkt ook door in de druk op de woningmarkt. Terwijl de vertrekkende jongeren onder de 23 jaar meestal geen woning achterlaten (bij vertrek uit het ouderlijk huis), zijn de vestigers uit de Randstad wel naar een (grotere) woning op zoek.

De leeftijden van de recent verhuisden verschillen overigens sterk per bestemming. De studentensteden Nijmegen en Enschede trekken vooral jongeren, ook uit de Randstad. Arnhem, Zwolle en Deventer trekken daarnaast ook veel ‘oudere jongeren’ (tot 45 jaar). Vestigers uit de Randstad in landelijke regio’s zijn juist wat ouder. De Achterhoek bijvoorbeeld trekt steeds meer zestigplussers uit de Randstad. Die stroom is niet groot, maar wel heel specifiek.

Betrokken woningen

Over het algemeen treffen we vestigers uit de Randstad vaker in particuliere huurwoningen en koopwoningen aan en minder vaak in corporatiewoningen dan huishoudens die binnen de eigen regio verhuizen. Ook over het algemeen kan worden geconstateerd dat de het aantal verhuizingen naar corporatiewoningen sinds 2012 min of meer gelijk is gebleven, terwijl het aantal verhuizingen naar de beide andere segmenten is toegenomen.

WOZ waarde van in 2020-2022 betrokken koopwoningen (bron: CBS Microdata, bewerking RIGO)

Kijken we nu naar de kopers uit de Randstad, dan blijken die in vrijwel alle tien de onderscheiden regio’s duurdere (en ook grotere) woningen te hebben betrokken dan kopers afkomstig uit de regio zelf. Het verschil is het grootst in Noord-Veluwe, de Achterhoek en landelijk Overijssel. In deze regio’s gaat het om tienduizenden euro’s verschil. Dit zijn ook de regio’s waar de vestigers uit de Randstad wat ouder zijn. Het beeld dringt zich op van pensionado’s die zich met de opbrengst van hun huis in de Randstad wel het een en ander kunnen veroorloven.

Voorts is het niet zo dat Randstedelingen speciaal op nieuwbouw afkomen. Integendeel, in de meeste regio’s betrekken ze juist meer vooroorlogse (karakteristieke?) woningen in vergelijking met lokaal verhuisden. Denk hier in combinatie met de pensionado’s aan met verbouwde boerderijen of landhuizen. Of denk in combinatie met jongeren aan oude pandjes in historische binnensteden of dorpskernen. Wel is het natuurlijk zo dat veel nieuwbouw leidt tot schuifruimte in de voorraad, waar ook Randstedelingen van kunnen profiteren.

Achtergrond

De stroom Randstedelingen naar het oosten staat niet op zichzelf. Ook andere delen van Nederland hebben de instroom uit de Randstad zien toenemen.

Hoewel zeker voor jongeren ook andere motieven meespelen (zoals studie), is de woningmarkt een belangrijke drijfveer achter de migratiestroom. Dit wordt duidelijk als we de betrokken woningen binnen de Randstad vergelijken met de woningen die ‘overgelopen’ Randstedelingen betrekken. Buiten de Randstad zijn dit in toenemende mate grotere woningen en koopwoningen, die in de Randstad zelf schaars en (dus) duur zijn. Mogelijk dat recent ook de behoefte aan thuiswerken meespeelt in de ruimtebehoefte, maar deze trend dateert al van voor ‘corona’. Trouwens, ook in de regio’s die veel gepensioneerden uit de Randstad trekken gaat het overwegend om grotere woningen.

Vanuit de grote steden bezien is sprake van een toegenomen suburbanisatie. Vooral vanuit Amsterdam is het vertrek over een langere periode bezien (sinds 2012) toegenomen, zowel naar andere delen van de Randstad als ‘verder weg’. Er is ook iets van een olievlekwerking te zien, vanuit de Randstad naar het oostelijk deel van de provincie Utrecht en vanuit daar verder naar het Oosten.

Andersom zijn de grote steden nog altijd in trek bij jongeren uit heel Nederland, al zijn er tekenen dat met name Amsterdam en Utrecht minder jongeren in de studentenleeftijden trekken van buiten de Randstad dan in het verleden. Dit roept de vraag of deze steden minder aantrekkelijk dan wel minder toegankelijk zijn geworden. In plaats hiervan zien we in 2022 een sterk toegenomen instroom uit het buitenland.

Bedreiging of kans?

Een zorg die in sommige regio’s leeft is dat ‘overlopers’ uit de Randstad met lokale woningzoekenden concurreren om het (schaarse) woningaanbod. Of dit zo is, hangt onder meer af van de lokale woningmarkt en de aard van de instroom. De kans dat woningzoekenden uit de diverse herkomstgebieden elkaar in de weg zitten is groot als ze qua leeftijd sterk op elkaar lijken. Dit is bijvoorbeeld in Rivierenland het geval, waar zowel uit de eigen regio als uit de Randstad vooral huishoudens in de middenleeftijden (30-45 jaar) verhuizen. Regio’s als Rivierenland, Foodvalley en ook Stedendriehoek en Noord-Veluwe ontwikkelen zich steeds meer als uitlopers van de Randstad. Een stad als Deventer trekt veel 30-45 jarigen. Enige concurrentie met lokaal woningzoekenden is daarbij niet uitgesloten.

Er zijn ook kansen. Steden als Zwolle en Arnhem trekken veel ‘oudere jongeren’ uit de Randstad, die kunnen bijdragen aan draagvlak voor typisch grootstedelijke voorzieningen. Hetzelfde geldt voor Deventer, waar de instroom net iets meer uit dertigers en veertigers bestaat. En dan zijn er ook regio’s, zoals landelijk Twente of de Achterhoek, waar de vestigers uit de Randstad een andere leeftijdsverdeling hebben dan de vestigers uit de eigen regio en waar ze op de woningmarkt deels in andere segmenten actief zijn. In plaats van als bedreigend kan dit juist als kansrijk worden opgevat.

Voor de toekomst spreken we de verwachting uit dat het woningaanbod binnen de Randstad voorlopig tekort schiet om aan de vraag te voldoen. Dit geldt zowel kwantitatief als kwalitatief (veel kleine appartementen, ook in de nieuwbouw). Alleen dat al kan een drijfveer voor vertrek zijn. En gezien de vergrijzing zal ook de pensioenmigratie kunnen toenemen. In 2022 zien we een algehele terugval in de verhuisdynamiek, maar juist in de landelijke regio’s nam het relatieve belang van vestigers uit de Randstad verder toe.

We moeten dan ook niet verbaasd zijn als de overloop uit de Randstad aanhoudt of nog toeneemt, zowel richting het oosten als naar andere delen van Nederland, mede afhankelijk van de ontwikkelingen in het woningaanbod.