De verhuisstromen van (hoofden van) huishoudens laten een piek zien in het jaar 2023 in de leeftijdsklasse tot 23 jaar. Zowel naar de Randstad als uit de Randstad verhuisden er in dat jaar aanzienlijk meer jongeren dan in het jaar 2022. In het jaar 2024 waren de aantallen weer terug op het niveau van 2022. Wat is hier aan de hand?
De piek in 2023 is ook te zien als wordt gekeken naar alle tussen gemeenten verhuisde personen. Dit is in detail per leeftijd weergegeven in bijgaande figuren. In de bovenste figuur zien we de toename in 2023 ten opzichte van 2022. Deze doet zich vooral voor in de leeftijden 18 tot en met 25. In 2024 zien we (in de onderste figuur) een terugval ten opzichte van 2023 in de leeftijden 19 tot en met 23.
Omdat het om jongeren in de studentenleeftijd gaat, is het aannemelijk dat de studiefinanciering hier iets mee te maken heeft. In 2023 werd de basisbeurs heringevoerd, met in dat jaar ook een eenmalige extra inflatiecompensatie voor uitwonende studenten. Om hiervan gebruik te maken, moeten studenten natuurlijk wel ingeschreven staan op het uitwonende adres. Dit kan voor een eenmalige, deels administratieve verhuisstroom hebben gezorgd. Het jaar daarop waren het voor een deel dezelfde studenten, dus die hoefden niet nogmaals te verhuizen.
Het vermoeden dat de studiefinanciering er iets mee te maken heeft wordt versterkt doordat de pieken in vestiging vooral optreden in studentensteden. In Overijssel en Gelderland zijn dit met name Nijmegen, Wageningen en Enschede. We zien dit terug in vestigingsaantallen voor de regio’s Arnhem-Nijmegen, Foodvalley en Stedelijk Twente. De piek in het vertrek is meer gelijkmatig verdeeld over alle regio’s. In de Randstad zijn het onder meer Amsterdam en Utrecht waar zich in 2023 meer jongeren vestigden, met een terugval in 2024. Het valt buiten het kader van dit onderzoek om dit eenmalige (?) verschijnsel nader uit te diepen.