Vestigers uit de Randstad betrekken andere woningen dan huishoudens uit de ‘eigen’ regio. Naar verhouding treffen we vestigers uit de Randstad vaker aan in koopwoningen, in grote woningen en in vooroorlogse woningen.
Overigens is er een verschil tussen verhuisde huishoudens en betrokken woningen. Ook dat verschilt naar herkomst en bestemming. Meer hierover in het blok van adressen naar woningen.
Eigendom
Wat betreft eigendom kan onderscheid worden gemaakt tussen huurwoningen en koopwoningen. Binnen huurwoningen kunnen dan nog corporatiewoningen en huurwoningen van particuliere verhuurders worden onderscheiden.
Over het algemeen treffen we vestigers uit de Randstad vaker aan in particuliere huurwoningen en koopwoningen en minder vaak in corporatiewoningen, vergeleken met huishoudens die binnen de eigen regio verhuizen. Ook over het algemeen kan worden geconstateerd dat de dynamiek binnen de corporatiewoningen sinds 2013 min of meer gelijk is gebleven, terwijl het aantal verhuizingen naar de beide andere segmenten is toegenomen.
Niet alleen de instromers uit de Randstad, ook de lokaal (binnen de eigen regio) verhuisden zijn de laatste drie jaar (2019-2021) meer gaan kopen dan in de jaren daarvoor. Dit hangt samen met het (verder) aantrekken van de koopwoningmarkt na de crisisjaren.
Van degenen die een koopwoning betrokken is de WOZ-waarde van de betreffende woning bekend. Dan blijkt dat vestigers uit de Randstad in bijna alle tien de regio’s duurdere woningen betrokken dan huishoudens die binnen de eigen regio zijn verhuisd.
Ook als wordt ingezoomd op de grotere gemeenten in Gelderland en Overijssel zien we de opmars van kopers uit de Randstad. Kijk in onderstaande grafiek maar eens naar Apeldoorn en Ede, waar dit duidelijk te zien is. Een en ander hangt uiteraard ook samen met de aard van het woningaanbod in de bestemmingsgebieden.
Bouwperiode
Hoewel de link tussen verhuizen en nieuwbouw voor de hand ligt, vinden de meeste verhuizingen plaats naar woningen die al een tijd geleden gebouwd zijn. Onder de betrokken woningen treffen we uiteenlopende bouwperioden. Slechts een kwart van de recent verhuisden naar of binnen de tien onderzochte regio’s betrok de laatste drie jaar een woning van na het jaar 2000.
Wie denkt dat vestigers uit de Randstad specifiek op nieuwbouw afkomen heeft het mis. Verhuisden uit de Randstad betrokken in 2021 ongeveer even vaak een recent gebouwde woning als vestigers uit de eigen regio’s (in 25% respectievelijk 26% van de gevallen). Er zijn wel verschillen tussen de regio’s.
Het zijn juist de vooroorlogse woningen die bovengemiddeld in trek zijn bij vestigers uit de Randstad. In alle tien de bestemmingsgebieden met uitzondering van Food Valley betrokken vestigers uit de Randstad in 2021 naar verhouding vaker een vooroorlogse woning dan lokaal verhuisden. Het lijkt er op dat Randstedelingen zich aangetrokken voelen tot traditionele dan wel karakteristieke panden en/of buurten.
Woningtype
Gemiddeld 38% van de in 2021 in de tien regio’s betrokken woningen betrof appartementen. In 2013 was dit nog 48%, sindsdien is dit aandeel gestaag teruggelopen. De toegenomen dynamiek van de laatste jaren is dan ook vooral terug te vinden in eengezinswoningen. Niet verwonderlijk is het feit dat het aandeel betrokken appartementen in landelijke regio’s kleiner is dan in stedelijke.
Met uitzondering van de drie stedelijke regio’s betrokken instromers uit de Randstad naar verhouding vaker een eengezinswoning dan huishoudens die binnen de eigen regio verhuisden. Kennelijk zit een deel van de aantrekkingskracht in de beschikbaarheid van dit woningtype. Dit ondanks het feit dat ook vestigers uit de Randstad lang niet altijd huishoudens met kinderen zijn.
Gebruiksoppervlak
Vestigers uit de Randstad betrekken beduidend grotere woningen dan huishoudens uit de eigen regio. Dit hangt samen met het feit dat het ook vaker koopwoningen zijn, die gemiddeld genomen groter zijn dan huurwoningen en met het feit dat het vaker eengezinswoningen zijn, die gemiddeld groter zijn dan appartementen. Het hangt bovendien samen met het verschil in levensfase. Lokaal verhuisden zijn gemiddeld jonger en jongeren betrekken vaker kleine woningen dan huishoudens van middelbare leeftijd.
Het verschil is het grootst in de landelijke regio’s, waar vestigers uit de Randstad duidelijk voor ruime woningen komen. Dat geldt kennelijk ook voor 60-plussers, die in de landelijke regio’s een relatief groot aandeel in de instroom hebben. Het verschil is kleiner in stedelijke gebieden, waar de instroom uit de Randstad meer uit jongeren bestaat (tot 30 jaar), onder wie ook jongeren in de studentenleeftijd (tot 23 jaar).