Uittocht uit de G4?

Een deel van de migratie naar buiten de Randstad vindt zijn oorsprong in de grote steden. Als we inzoomen op de G4, zien we een gestaag toenemende vertrekstroom, zowel naar andere delen van de Randstad als verder weg. Wat is hier aan de hand?

Nieuwe suburbanisatie

Vanuit de grote steden bezien was tot voor kort duidelijk sprak van een gestaag toenemende uitstroom, vooral vanuit Amsterdam. In 2022 is de stroom iets afgenomen, in lijn met de algehele afname van de binnenlandse verhuisdynamiek. De meeste vertrekkers uit de G4 blijven overigens wel binnen de Randstad. Het zijn vooral dertigplussers die in toenemende mate de steden verlaten. En de groei zit hem bijna uitsluitend in vertrekkers die een koopwoning betrekken. Vanwege deze combinatie van kenmerken lijkt het hier te gaan om een klassieke vorm van suburbanisatie. Het vertrek van dertigplussers uit de stad die settelen in de omgeving is immers geen nieuw verschijnsel.

Ook het vertrek uit de G4 naar Nederland buiten de Randstad neemt sinds 2013 ieder jaar in omvang toe. In vergelijking met de vertrekkers binnen de Randstad ligt het accent hier wat meer op de 45-plussers, maar in grote lijnen lijkt profiel van de vertrekkers naar buiten de Randstad sterk op dat van vertrekkers die binnen de Randstad blijven.

Op zoek naar een koopwoning

Het feit dat zo veel vertrekkers uit de grote steden buiten de stad een koopwoning betrekken, doet vermoeden dat de woningmarkt een belangrijke en ook steeds sterkere drijfveer achter het vertrek is. Kennelijk vinden woningzoekenden buiten de stad de koopwoningen die in de steden zelf schaars en (dus) duur zijn. Veelzeggend in dit verband is dat binnen de grote steden zelf, waar ook driftig wordt verhuisd, het aantal betrokken koopwoningen niet is toegenomen. De afname van het aantal vertrekkers uit de G4 in 2022 is ook deels te verklaren door het verminderde aanbod op de (koop-)woningmarkt in de rest van Nederland.

Degenen die binnen de steden verhuizen, betrokken de laatste jaren steeds vaker een particuliere huurwoning. Vooral in Amsterdam is dit segment in korte tijd enorm in betekenis toegenomen. Particuliere huur vult hier het gat in de markt, dat is ontstaan door de beperkte beschikbaarheid en toegankelijkheid van enerzijds corporatiewoningen en anderzijds koopwoningen. In 2022 lijkt deze trend echter alweer ten einde, ook in de andere grote steden. Dit kan te maken hebben met landelijk beleid waardoor particuliere verhuur minder lucratief is geworden. Dat is verder niet onderzocht.

Het aantal betrokken woningen is kleiner dan het aantal verhuisde huishoudens en is voor het jaar 2022 niet in alle gevallen het eigendom bekend. Dit wordt hier toegelicht.

Zijn de G4 nog wel aantrekkelijk?

Terwijl de stroom de stad uit toeneemt, is de omgekeerde stroom, vanuit de rest van Nederland naar de steden toe, door de tijd heen betrekkelijk stabiel. Het is dus niet zo dat de stroom naar de steden aan het opdrogen is. En dan hebben we het nog niet over instroom uit het buitenland, die na een dip in 2020 weer bijtrok in 2021 en enorm toenam in 2022. Dat tijdelijk wegblijven van veel expats heeft mogelijk ruimte geschapen voor vestigers uit het binnenland, maar de expats zijn weer helemaal terug. Vestigers in de grote steden komen relatief vaak terecht in particuliere huurwoningen.

Onder de vestigers in de G4 bevinden zich naar verhouding veel meer jongeren (jonger dan dertig) dan onder de vertrekkers. Wel zien we over een lange periode bezien dat met name Amsterdam en Utrecht steeds minder jongeren in de studentenleeftijd trekken van buiten de Randstad. Dit roept de vraag op of deze steden nog wel aantrekkelijk dan wel toegankelijk zijn voor jongeren van buiten de Randstad. Het beantwoorden van deze vraag valt buiten het kader van deze studie.