Thuiswerken en andere drijfveren

In de loop van 2020 ging Nederland, net als de rest van de wereld, op slot als gevolg van de corona-pandemie. Thuiswerken werd (in ieder geval tijdelijk) de norm. Het thuiswerken zou wel eens een blijvertje kunnen zijn. Dit kan een (bijkomende) reden om de Randstad te verlaten of te mijden. Was daar in 2021 (nog) iets van te zien?

De thuiswerkhypothese

De drijfveren achter de diverse verhuisstromen zijn uit de droge registraties niet rechtstreeks te achterhalen. Maar uit combinaties van leeftijden, typen huishoudens en kenmerken van betrokken woningen kan wel een indruk worden verkregen. Indien thuiswerken op enige afstand van de Randstad echt een trend wordt, zouden we dat verwachten terug te zien in de verhuisbewegingen van huishoudens in de ‘werkende’ leeftijden, zo tussen de 23 en de 60 jaar. Verwacht mag worden dat deze huishoudens vaker dan in het verleden uit de Randstad vertrekken en minder vaak naar de Randstad verhuizen.

Ook zouden we verwachten dat de vertrekkers uit de Randstad vooral gaan voor de ruimere woningen, die in de Randstad zelf schaars en (dus) duur zijn. Thuiswerken gaat immers gemakkelijker in een ruim huis met een aparte werkkamer dan vanuit een krap appartement, zeker als je met twee werkende partners plus kinderen bent.

Wanneer de vertrekstromen uit de Randstad van de laatste jaren worden vergeleken met de verhuisstromen binnen de Randstad zelf, wordt inderdaad duidelijk dat de vertrekkers uit de Randstad in toenemende mate voor de ruime (koop)woningen gaan. Binnen de Randstad zijn de betrokken woningen kleiner dan daarbuiten en binnen de Randstad is geen trend naar groter wonen te bespeuren. Als we verder inzoomen op het vertrek uit de grote steden blijkt dat er duidelijk sprake is van zowel een toegenomen suburbanisatie binnen de Randstad als een toegenomen stroom naar verder weg.

Wat betreft levensfase zien we inderdaad een toenemend vertrek uit de Randstad in de leeftijdsklassen waarin we de meeste thuiswerkers zouden verwachten (tussen de dertig en de zestig). Maar ook het vertrek van zestigplussers is toegenomen.

In 2021 lijkt een kleine versnelling van de trends op te treden, wat kan wijzen op een corona-effect. Toch is het niet zo dat na 2020 plotseling een enorme uittocht van 30-60 jarigen en naar ruime woningen heeft plaatsgevonden. En ook de stroom naar de Randstad is niet plotseling opgedroogd. We zien in vooral een versnelling van de langjarige trends, die al waren ingezet voor de komst van Covid-19.

Verschillen tussen regio’s

In onderstaande figuren is voor de afzonderlijke regio’s te zien hoe de instroom uit de Randstad er uit zien en wat voor woningen door vestigers uit de Randstad zijn betrokken. Het gaat duidelijk om ruimtezoekers. Het zijn vooral de grotere woningen waar de toegenomen instroom uit de Randstad zich manifesteert. Dat was ook al zo voor het coronajaar 2020 en deze trend heeft zich voortgezet in 2021. Afgaande op de leeftijden zitten er veel werkenden tussen, voor wie de mogelijkheid van thuiswerken kan hebben meegespeeld in de beslissing om de Randstad te verlaten. De vele zestigplussers die zich vestigen in de regio Noord-Veluwe doen wel vermoeden dat er ook andere drijfveren spelen. Dat geldt ook voor de Achterhoek en landelijk Overijssel, waar in 2021 de instroom uit de Randstad bovengemiddeld is toegenomen.

De omgekeerde stroom, naar de Randstad toe, verschilt hemelsbreed van de stroom uit de Randstad. Dit geldt zowel voor de kenmerken van de huishoudens als voor de betrokken woningen. Hier spelen heel andere achtergronden, waar we hier niet verder op in zullen gaan.

Hoe zal het verder gaan?

Corona kan via de behoefte aan thuiswerken effect hebben gehad op het vertrek van ruimtezoekers uit de Randstad en zal zeker ook andere verhuisstromen hebben beïnvloed. Denk bijvoorbeeld aan studenten, die ook noodgedwongen online onderwijs moesten volgen. Uitgaan was er even niet meer bij, dus de grote stad verloor een deel van zijn aantrekkingskracht. Toch blijkt uit de gemaakte overzichten dat de omgekeerde verhuisstroom (naar de Randstad toe) vanaf 2020 niet plotseling veel kleiner is geworden. Als verder wordt ingezoomd op de grote steden blijkt ook dat deze in 2020 en 2021 nog altijd veel jongeren van binnen en buiten de Randstad hebben aangetrokken. Dertigplussers van buiten de Randstad vestigden zich sinds 2020 niet veel in de grote steden, maar dat deden ze daarvoor ook al niet.

Wat meespeelt is dat de instroom uit het buitenland, van onder wie ook expats, in 2020 lager uitviel dan in 2019. Dit kan voor andere woningzoekenden in de grote steden juist weer kansen hebben geschapen. De instroom naar de grote steden vanuit het buitenland trok in 2021 echter weer bij.

Hoe dan ook is de structurele trend over de lange termijn duidelijk. Of thuiswerken echt ingeburgerd raakt moeten we afwachten. De schaarse aan ruime en relatief betaalbare koopwoningen in de Randstad zal echter nog wel even voortduren. Los van het thuiswerken zal alleen dat al ook de komende jaren een drijfveer voor vertrek blijven. En gezien de vergrijzing zouden we ook een verdere toename van pensioenmigratie uit de Randstad mogen verwachten.